Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Flecht
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/flɛçt/
zelfstandig naamwoord
Pluralis:
Flechten
f
de Flecht
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Flecht”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Waldeck:
Karl Bauer:
Waldeckisches Wörterbuch nebst Dialektproben.
1902, Wörterliste, pagina 33
PDF, 25,4 MB
Sleeswijk:
Johann Rhode Friedrich Augustiny:
Achtern Åben oder Plattdütsches Vålksbok för Kinner un ole Lüd, tohopståkt un ut egen Fabrik.
Herzbruch, Flensburg 1857, pagina 48
PDF, 3,7 MB
Midden-Küstenpommersch:
Robert Laude:
Hinterpommersches Wörterbuch des Persantegebiets.
Böhlau, Köln 1995, ISBN 3-412-05995-1, pagina 122
Nedersaksisch:
fluchten
Hoor
Nederlands:
vlecht
staart
Engels:
braid
plait
Duits:
Flechte
Zopf
Voorbeelden:
De
Deern
wull
geern
, dat
ehre
öllere
Süster
ehr
Flechten
maakt
.
[2]
kaart tonen
perifere woordenschat
actief
architectuur
×
kaart voor onderbetekenis [2] van „Flecht”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Groningen:
Helmer Molema:
Wörterbuch der Groningenschen Mundart im neunzehnten Jahrhundert.
Diedrich Soltau’s Verlag, Norden 1888, pagina 455
PDF, 21,8 MB
Nedersaksisch:
böverste
Kant
von
’t
Dack
vör allen
bi
Strohdäcker
,
bi
de
disse
Kant
fluchten
is
Nederlands:
nok
vooral
op
het
strodak
,
waarop
de
nok
is
gevlochten
vorst
Engels:
ridge
mainly
of
the
thatched
roof
,
where
the
ridge
or
crown
is
braided
Duits:
First
vor
allem
des
Strohdaches
,
bei
dem
der
First
geflochten
ist
Voorbeelden:
De
Flecht
mutt
eerst
wedder
utbetert
warrn
.
De
Vagels
hebbt
dor
önnig
an
tuust
.
[3]
kaart tonen
perifere woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [3] van „Flecht”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Waldeck:
Karl Bauer:
Waldeckisches Wörterbuch nebst Dialektproben.
1902, Wörterliste, pagina 33
PDF, 25,4 MB
Nedersaksisch:
Brett
ut
Flechtwark
an
de
Sieden
von
’n
olen
Wagen
Engels:
hurdle
of
a
wagon
fleak
of
a
wagon
Duits:
Flechte
Wagenflechte
Voorbeelden:
De
Flechten
kunnst
afmaken
,
wenn
du
jüm
jüst
nich
bruukt
hest
.
Keem
dor
op
an
,
wat
du
opladen
wullst
.
Synoniemen:
Flääk
Etymologie:
Woord afgeleid van:
flechten
Samengesteld woorden:
Hoorflecht
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.