zelfstandig naamwoord
Afbreking: Krü·per
Pluralis: Krü­pers m de Krü­per
[2]
perifere woordenschat
Nederlands:
Engels:
Voorbeelden:
[3]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: krupen + -er