Spegel in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /spɛɪ̯ɡəl/

🔊︎

zelfstandig naamwoord

Afbreking: Spe·gel

Pluralis: Spegels m de Spegel

Pluralis: Spegels n dat Spegel

[1]

kaart

geavanceerde woordenschat

huishouding

fysica

Nedersaksisch:

glatt Flach, op dat Licht trüggsmeten warrt un so dat to sehn is, wat dor vör is

Nederlands:

spiegel

Engels:

mirror

Duits:

Spiegel

Voorbeelden:

Mi is de Spegel tweifullen.

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Cgs, CC-BY-SA-3.0

[2]

kaart

perifere woordenschat

nautiek

Nedersaksisch:

Heck von en Schipp, dat en Plaat billt

Nederlands:

spiegel

Engels:

transom

Duits:

Spiegel

Voorbeelden:

Op ’n Spegel von dat Schipp stünn de Naam anschreven.

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Hervé Cozanet, CC-BY-SA-3.0

[3]

kaart

perifere woordenschat

zoologie

Nedersaksisch:

de achtere Deel von ’n Rügg rund üm ’n Oors bi Peer un welk annere Deerten

dat Ledder von de Peer, dat ut dissen Deel maakt worrn is, weer besünners fast un dicht

Nederlands:

spiegel

Engels:

rump-patch

Duits:

Spiegel

Fellzeichnung um den Anus bestimmter Tiere

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Joachim Huber from Switzerland, CC BY-SA 2.0

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.