Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Spiel
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/spiːˑl/
zelfstandig naamwoord
Pluralis:
Spielen
f
de Spiel
[1]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
allgemeen
lütten
Nagel
oder
oder
Staff
ut
Holt
Nederlands:
spijl
Duits:
Speil
[2]
kaart tonen
perifere woordenschat
actief
huishouding
×
kaart voor onderbetekenis [2] van „Spiel”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Salland:
W. Draaijer:
Woordenboekje van het Deventersch dialect.
Nijhoff, ’s-Gravenhage 1896, pagina 38
PDF, 2,5 MB
Holsteiner jüm-gebied:
Klaus Groth:
Quickborn.
pagina 321
Zuidwest-Ostfalen:
Jahrbuch des Vereins für niederdeutsche Sprachforschung
, jaargang 1908, pagina 93
PDF, 6,9 MB
Nedersaksisch:
lütten
spitzen
Staff
to
’t
Dichtmaken
von
to’n Bispeel
Wust
Engels:
wooden
pick
for
closing
sausages
at
the
ends
Duits:
Wurststäbchen
Holzstäbchen
,
mit
dem
früher
die
Wurst
am
Ende
durch
Eindrehen
verschlossen
wurden
Speil
Wurstspeil
[3]
perifere woordenschat
actief
zoologie
Nedersaksisch:
lütte
,
noch
nich
utwussene
Fedder
,
de
in
de
Huut
stickt
Engels:
pin
feather
Duits:
Stoppelfeder
Sebastian Ritter, CC BY-SA 2.5
[4]
kaart tonen
perifere woordenschat
obsoleet
huishouding
×
kaart voor onderbetekenis [4] van „Spiel”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, deel 4, pagina 194
Nedersaksisch:
Holt
,
an
dat
de
Wüst
oder
de
Speck
över
de
Füürsteed
in
’n
Rook
hungen
worrn
sünd
[5]
kaart tonen
perifere woordenschat
obsoleet
×
kaart voor onderbetekenis [5] van „Spiel”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, deel 4, pagina 194
Nedersaksisch:
Stift
ut
Holt
von
’n
Schooster
,
mit
den
de
Sahl
fastmaakt
worrn
is
Nederlands:
spijker
van
de
schoenmaker
Engels:
wooden
peg
used
by
shoemakers
shoe
tack
Duits:
Schusternagel
hölzerner
Nagel
der
Schuster
zum
Befestigen
der
Schuhsohle
Holzstift
des
Schusters
Voorbeelden:
De
Schooster
nagelt
de
Sahl
mit
Spielen
fast
.
[6]
kaart tonen
perifere woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [6] van „Spiel”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, deel 4, pagina 194
Nedersaksisch:
Fedder
,
de
bi
’t
Ruppen
von
en
Vagel
stahn
bleven
is
Engels:
quill
Duits:
Federstumpf
Federkiel
der
beim
Rupfen
stehen
geblieben
ist
Voorbeelden:
De
Spielen
mööt
vörher
rut
,
bevör
de
Goos
in
’n
Aven
kummt
.
cyclonebill, CC BY-SA 2.0
[7]
kaart tonen
perifere woordenschat
actief
imkerij
×
kaart voor onderbetekenis [7] van „Spiel”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, deel 4, pagina 194
Nedersaksisch:
Staff
ut
Holt
,
de
en
Immenrump
binnen
stütt
Nederlands:
spijl
[8]
kaart tonen
perifere woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [8] van „Spiel”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, deel 4, pagina 194
Nedersaksisch:
Staff
,
de
bi
’t
Maken
von
Karsen
den
Dacht
höllt
WillieWax, CC BY-SA 3.0
[9]
kaart tonen
perifere woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [9] van „Spiel”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, deel 4, pagina 194
Nedersaksisch:
Hoor
von
’n
Boort
oder
op
’n
Kopp
,
dat
enkelt
steiht
Nederlands:
haar
enkel
haar
Engels:
hair
single
hairs
Duits:
Haar
einzeln
stehend
Voorbeelden:
He
is
meist
kahl
un
hett
man
noch
en
poor
Spielen
op
’n
Kopp
.
De
Jung
kriggt
bilütten
de
eersten
Spielen
.
Assianir, CC BY-SA 3.0
[10]
kaart tonen
perifere woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [10] van „Spiel”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, deel 4, pagina 194
Nedersaksisch:
enkelten
Halm
von
Gras
oder
Koorn
Nederlands:
halm
enkel
halm
Engels:
stalk
single
stalks
Duits:
Halm
einzeln
stehend
Voorbeelden:
Du
hest
nich
önnig
meiht
!
Dor
staht
ja
överall
noch
enkelte
Spielen
!
Harry Rose from Dungog, Australia, CC BY 2.0
Samengesteld woorden:
spielen
spielig
spielögen
spielohren
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.